‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Het is waarschijnlijk de bekendste leefregel ooit, gepredikt door Chinese en Oudgriekse wijsgeren en zowat alle religieuze profeten. Velen kennen de Gouden Regel uit hun hoofd of zien de praktische waarde ervan. Zorg dat je anderen behandelt zoals je zélf behandeld wilt worden. Heb uw naaste lief zoals uzelf. Geef een ander geen klap in het gezicht, dat vind je zelf ook niet prettig.
Toch is de allerbekendste leefregel niet zonder problemen. Hij wordt problematisch wanneer we er een moreel plafond in zien, in plaats van een vloer. Als we denken dat de Gouden Regel genoeg is voor een goed en rechtvaardig leven, in plaats van een aardig maar ontoereikend begin.
De beperking van de Gouden Regel zit ‘m vooral in het feit dat hij om onszelf draait in plaats van werkelijk om de ander. Een vriend van mij kreeg een paar jaar geleden een spelcomputer voor z’n verjaardag van zijn voetbalvrienden, terwijl hij niet van videogames houdt. Men was er simpelweg vanuit gegaan dat hij hetzelfde soort cadeau leuk vindt als zij. En dat terwijl een verjaardag bij uitstek om de jarige job hoort te draaien.
Om zulke inschattingsfouten te voorkomen hebben we een leefregel nodig die de Gouden Regel aanvult. Eentje die ons erop wijst dat we met anderen te maken hebben die anders zijn dan wij. Noem het de Platina Regel: ‘Behandel anderen zoveel mogelijk zoals zij behandeld willen worden.’
De Platina Regel vertrekt vanuit onwetendheid, nieuwsgierigheid en een ontvankelijke houding. Wat als je uitgangspunt is dat je nog niet weet wat de ander wil? Je kunt pas ethisch omgaan met een ander door eerst goed te luisteren en niet te snel willen reageren. Dat is niet makkelijk, maar je hoeft geen hoogleraar ethiek te zijn om dagelijks ontvankelijkheid te beoefenen.
Misschien vind je op basis van de Gouden Regel dat keiharde grappen altijd mogen, omdat anderen ook altijd harde grappen over jou mogen maken. Je gaat er dan van uit dat anderen net zo zijn als jij of dat ze zo moeten worden. De Platina Regel wijst in een heel andere richting. Niet iedereen is immers even ongevoelig en meestal kiezen we onze gevoeligheden helemaal niet.
Denk aan mensen in een rolstoel die zich gekwetst voelen door een harde ‘grap’ over rolstoelgebruikers. Je werkelijk inleven is een stuk lastiger dan het lijkt, want het gaat er niet om jezelf in een rolstoel te zien zitten, maar om te beseffen hoe het is om een leven lang te worden bejegend alsof je minderwaardig bent. Zoiets vormt je, een harde ‘grap’ daarover doet dan vaak pijn.
Denk ook aan mensen met een extra kwetsbaar immuunsysteem dat niet of nauwelijks aanslaat op coronavaccins. Hoe is het voor hen om soms met het openbaar vervoer te moeten reizen, als bijna geen van de medereizigers een mondkapje draagt op het hoogtepunt van een coronagolf?
Soms heb je niet eens door dat je een tekort hebt aan platina in je leven. Zelf kwam ik jaren geleden tot de ontdekking dat ik amper boeken in mijn kast had staan die waren geschreven door zwarte vrouwen, of boeken over een maatschappelijk onderwerp als racisme. Het begon me ook steeds meer op te vallen dat in praatprogramma’s veel óver mensen van kleur werd gesproken en weinig mét hen. Terwijl dat laatste cruciaal is om te leren hoe racisme werkt en wordt ervaren.
Gelukkig gebeurt ‘spreken mét’ steeds meer, al zijn we er nog lang niet. En in mijn boekenkast staan inmiddels scheefgelezen boeken als Alledaags Racisme van Philomena Essed en Witte suprematie & ik van Layla Saad.
De gouden regel gaat uit van dat wat je niet wilt. Het is een manier om onplezierig gedrag te vermijden. Een goed begin, maar zegt nog niets over wat je de ander wél zou willen geven.
De platina regel gaat uit van wat de ander nodig heeft. Perfect, maar vraagt wel dat je de ander kent.
Mocht je de ander niet goed genoeg kennen, ga dan uit van het positieve: geef de ander wat jij ook graag ontvangt. Dit zit tussen goud en platina in en is breed toepasbaar. En het is niet moeilijk. Als je bewust en liefdevol in het leven staat, geef je bijna vanzelf de ander waar jij ook blij van wordt.
Dank Stephan.
Altijd als ik het lied “Mag ik dan bij jou” van Claudia de Breij hoor, blijf ik hangen bij de zin ” want als ik bij jou mag mag jij ook bij mij”. Voor mij klopt dit niet want ik wil dit graag omkeren, jij mag altijd bij mij en misschien mag ik dan ook bij jou zijn. Misschien.
Dank voor het artikel. Ik moet je eerlijk zeggen dat ik mijn kinderen heb opgevoed met de regel: wat jij niet wil dat jou geschiedt doe dat ook de ander niet. Natuurlijk is het een goed uitgangspunt, vooral voor kinderen wanneer het gaat om speelgoed af pakken of pesten. Maar waar jij het over hebt, gaat veel verder dan dat. En ik kan inderdaad wel eens denken:” kom op, stel je niet aan, zo erg is dit niet” Vooral omdat ik het niet vervelend of erg vind. Dus mijn dag begint vandaag weer anders door het lezen van je artikel. Dank!
Groeten, Bianca.
Prachtig en zeer “to the point”. Er valt nog veel te leren. Dankjewel Stephan!