De maand mei staat in Nederland in het teken van het herdenken van de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog en het herwinnen van onze vrijheid. De focus ligt daarbij vaak op één aspect van vrijheid: het vrij zijn van dwang en beperkingen. Nu democratische principes wereldwijd onder druk staan is het geen overbodige luxe om onszelf er nog eens aan te herinneren dat Nederland er relatief kort geleden heel anders uitzag tijdens de bezetting.
De afwezigheid van oorlog, fysieke onderdrukking en dwang zijn weliswaar belangrijke voorwaarden om vrij te zijn, maar onvoldoende om volledige vrijheid te ervaren. Het is een lege vrijheid, ontoereikend om een waardig leven te leiden. Leeg, mede omdat deze vrijheid niet voldoende is om daadwerkelijk dingen te doen die belangrijk voor ons zijn. Het staat een in de wapenindustrie beleggende miljardair uit Rusland vrij om een gezinswoning te kopen in Nederland. Ook een armoedig gezin dat op de vlucht is voor oorlogsgeweld geniet diezelfde ‘vrijheid’.
Voor volle vrijheid is ook nog iets anders nodig. Een besef van wat goed is. Zelfs als we in staat zijn om bepaalde handelingen te verrichten blijft de vraag immers: Wat te doen en wat te laten? Van waaruit doen we de dingen die we doen? Wat is een vol en goed leven? Hoe ziet zinvol, waardevol en liefdevol samenleven er uit? Is het goed en liefdevol om in de wapenindustrie te beleggen en met de winst vastgoed op te kopen? Moeten we zoiets toestaan? Aan de hand van een leeg vrijheidsbegrip vinden we nooit een antwoord op dergelijke vragen. Lege vrijheid legt de nadruk op wat ons niet langer formeel beperkt, maar zegt niets over onze drijfveren en wat ons ten diepste bezielt.
De religieus-humanistische filosoof Iris Murdoch gaat uit van een ander begrip van vrijheid dat wél gaat over onze drijfveren. Murdoch schrijft in haar boek De soevereiniteit van het goede dat we in morele kwesties helemaal niet zo vrij zijn als we doorgaans denken. Een gewelddadige extremist kan niet plotsklaps ‘besluiten’ dat hij opeens een vredelievende pacifist is. Zo steken mensen niet in elkaar. Wel kan iedereen er altijd voor kiezen om ieder moment weer opnieuw zorgvuldige en liefdevolle aandacht te schenken aan anderen of aan onderwerpen die zich aan hen voordoen. Wie dat langdurig doet, kan in meerdere of mindere mate een positieve of (liefde)volle vrijheid ervaren die als het ware ‘gehoorzaamt aan het Goede’. Het kan best zijn dat je dan iets nalaat wat je voorheen wel deed. Maar je voelt je in zo’n geval allesbehalve beperkt. Je bent op zulke momenten juist ten diepste jezelf. Je ervaart dan een overweldigende, innerlijke drang waardoor je niet anders kunt doen dan wat je doet.
Het (liefde)volle vrijheidsbegrip werpt nieuw licht op oude maatschappelijke discussies. Vanuit een leeg vrijheidsbegrip beredeneerd ben je bijvoorbeeld pas ‘ten volste’ vrij als je álles mag tekenen en zeggen. Het aanmoedigen en publiceren van controversiële tekeningen zou dan een toonbeeld van vrijheid zijn, omdat anders de vrijheid van meningsuiting in het geding komt. Een (liefde)vol vrijheidsbegrip verandert de zaak. Het gaat er dan niet langer om of iets mag of niet (vaak ‘mag’ het inderdaad), maar wat we zelf ten diepste willen nadat we een kwestie langdurig, zorgvuldig en aandachtig van alle kanten hebben bekeken. Zo zijn de stripfiguren Sjors en Sjimmie in de loop der tijd fors aangepast. Niet omdat dat wettelijk moest, maar omdat pijnlijke stereotypes met de kennis en blik van nu niet langer stroken met wat we ten diepste ervaren als goed, waardevol en liefdevol.
Wat zou er gebeuren als we de waarde van (liefde)volle vrijheid meer gaan beseffen? Het zou op termijn de gepolariseerde verhoudingen tussen mensen een beetje kunnen verminderen. Als we echt zorgvuldig aandacht schenken aan een onderwerp als klimaatverandering en de betekenis ervan laten bezinken, kijken we ongetwijfeld ook compassievoller naar klimaatactivisten en hun drijfveren. En wie heel goed kijkt naar andere dieren, bomen en planten, ziet geen ‘domme beesten’ en ‘passieve vegetatie’, maar complexe en inspirerende wezens met gevoel en intelligentie wiens bestaan krachtig aanzet tot goed samenleven op Aarde.
We zijn pas volledig vrij als we ons niet meer laten leiden door valse en karikaturale beelden, meende Iris Murdoch. Loskomen van zulke drogbeelden kan best lastig zijn, want mensen kunnen enorm verknocht raken aan verwrongen manieren van kijken en spreken. We kennen daarvan de gevaren. De nazi’s zagen onder andere Joodse mensen immers als ratten en ongedierte.
Gelukkig is het mogelijk om iedere dag weer opnieuw aandacht te schenken aan onderwerpen, andere mensen en andere wezens, op een manier die voorbij de stereotyperende blik treedt. En wie (liefde)volle vrijheid een paar keer heeft ervaren, wil langzaam maar zeker niets anders meer.