Het denken over de verhouding van de mens tot de natuur is in beweging. Mensen verwonderen zich over de variëteit en schoonheid van de natuur en willen leven vanuit een doordachte en doorvoelde verbinding met andere levende wezens. De werkelijkheid is echter totaal anders. Mensen doen de natuur op heel veel manieren geweld aan. Als levensvisie en realiteit botsen kan compassie een richting bieden om niet weg te kijken of te wanhopen.
In het Westers antropocentrisch denken is de mens eigenaar van de natuur.1 De mens staat aan de top en mag alles uit de natuur gebruiken voor eigen gewin. Daarnaast staat het beeld van de mens als beheerder van de natuur. De natuur behoort aan God en de mens mag deze beheren op een goede manier. In andere denkstromingen is de mens veel meer partner van alle dieren en planten.
Deze beelden zijn de afgelopen decennia aan het kantelen. Matthijs Schouten stelt dat de scheiding in hoofden van mensen verdwijnt tussen mensen, dieren en planten. Want mensen kunnen niet onafhankelijk van de natuur bestaan. De mens is ook een dier en maakt als participant deel uit van de natuur. De mentale afstand tussen mens en dier neemt ook af door een veelheid aan onderzoek dat intelligentie, zelfbewustzijn en sociale relaties bij dieren aantoont.2 Hieruit komt een levensvisie voort die de mens ziet als deel van het grote geheel, met duurzaamheid als belangrijke waarde.3
Realiteit
In de oudheid als jager-verzamelaar heeft de mens bijna tweehonderd soorten grote wilde landzoogdieren uitgeroeid: mammoeten, 200 kilo wegende wombats, grondluiaards, etc.4 Vervolgens verdrongen landbouw en veeteelt talloze kleinere wilde zoogdieren op het land. Sinds het ontstaan van de mens is 85% van de biomassa (een proxy voor de rijkdom van het dierenleven) wilde zoogdieren verdwenen. Overvisserij en bijvangsten bedreigen veel soorten vis.
Tegelijkertijd verdubbelt de hoeveelheid door mensen gecreëerde biomassa (vooral veeteelt) elke 20 jaar en is die in 2020 net zo groot als de natuurlijke biomassa.5 Vaak leven die dieren in erbarmelijke omstandigheden. Wij proppen intelligente varkens in hokken om ze zo goedkoop mogelijk op te kunnen eten. En we kijken weg bij de risico’s voor onze gezondheid. Volgens viroloog Rob Wallace zou je geen beter systeem kunnen ontwerpen om dodelijke ziektes te kweken.6
Daar komt de indirecte invloed op het leefmilieu nog bij. Achtergelaten of verloren visnetten en in zee gedumpt plastic vervuilen de oceanen. Prachtig koraal is ten dode opgeschreven en onnoemelijk veel dieren stierven in de bosbranden in Australië. Beide veroorzaakt door klimaatopwarming.
Confrontatie
Wat gebeurt er als levensvisie keihard in aanvaring komt met de praktijk? Wat betekent duurzaamheid als je tot een soort behoort die dit massale uitsterven en leed van andere levende wezens op zijn geweten heeft? Hoe ga je daar mee om?
Niet naar de realiteit kijken is een optie. Mooie woorden spreken over het grote geheel of over verwondering, ondertussen genietend van de ondergaande zon boven een prachtig landschap. Een mooie levensvisie niet laten bezoedelen door de werkelijkheid. Betrokkenheid ontkennen kan ook. Wij hebben niets te maken met het uitsterven van mammoeten, dat is tienduizenden jaren geleden. En veehouders of industriëlen veroorzaken vandaag de dag dat leed en die vervuiling, wij toch niet. Weer een andere optie is uit afschuw in een hoek wegkruipen en ons diep gaan schamen. Allemaal reacties waarbij de vraag is hoeveel er dan verandert.
Compassie
Compassie biedt de uitweg. Deel zijn van het grote geheel impliceert dat onze empathie zich steeds wijder uitstrekt, van mensen dicht om ons heen naar mensen verder weg, naar dieren, naar de natuur. Een diep gevoel van gelijkwaardigheid met al het leven doet je anders kijken. Empathie roept compassie op met intelligente dieren opgehokt in megastallen en zelfs met afstervend koraal. Compassie inspireert tot handelen uit verantwoordelijkheid. Want wij zijn die vlees etende consument, wij kopen te veel en wij vliegen de oceaan over voor een weekendje weg.
En uiteindelijk komen we misschien wel uit bij compassie met onszelf. Wij als intelligente diersoort die zo moeilijk boven zichzelf en zijn eigenbelang uit kan stijgen. Het heeft weinig zin onszelf te verketteren en in een hoek te zetten. Compassie doet ons ootmoedig verbinding zoeken met alle levende wezens en kansen zoeken opnieuw te beginnen. Zo komen het ideaal van de levensvisie en het onderkennen van de realiteit bij elkaar en zetten aan tot concreet handelen.
Noten
↑1 | Zie het artikel Er moet meer aandacht komen voor de binnenkant van duurzaamheid van filosoof en ecoloog Matthijs Schouten. |
---|---|
↑2 | Zie bijvoorbeeld de boeken van Frans de Waal. |
↑3 | Hans Alma, Het verlangen naar zin, Uitgeverij Ten Have. |
↑4 | Zie Wild mammals have declined by 85% since the rise of humans, but there is a possible future where they flourish van de Britse onderzoeker Hannah Ritchie. |
↑5 | Zie het onderzoek Global human-made mass exceeds all living biomass. |
↑6 | Zie Covid-19: landroof en agro-business aan de basis van epidemieën van Rob Wallace, evolutionair bioloog en auteur van Big farms make big flu. |