Hoe ga je klimaatopwarming uitleggen aan je kinderen?

Krachtige speeches van Greta Thunberg, mondiale klimaatprotesten en een reeks onthutsende wetenschappelijke rapporten doen de zorgen over klimaatopwarming toenemen. Zonder drastisch ingrijpen ziet de toekomst er bleekjes uit, en niet alleen voor koraalriffen. Vanaf 2020, over een paar weken dus, moet ieder jaar de wereldwijde CO2-uitstoot dalen om aan het Parijse klimaatakkoord te voldoen. Zo’n langdurige daling heeft zich historisch gezien nog nooit voorgedaan, een nogal ongemakkelijke waarheid.

Een inconvenient truth leidt nu bij sommigen tot inconvenient emotions. Dat vooral kinderen vaker hun gevoelens over de staat van het klimaat beginnen te tonen is niet zo wonderlijk. Zij hebben minder aan klimaatverandering bijgedragen en gaan de gevolgen ervan het meest voelen. Hoewel ook volwassenen in toenemende mate geraakt worden door het (uit)sterven van planten, dieren en mensen, blijven ze doorgaans liever weg van ongemakkelijke emoties als ecologisch verdriet.

Onderbelichte gevoelens

Maatschappelijke ruimte creëren voor klimaatverdriet is echter cruciaal als we meer begrip en compassie willen kweken. Achter verontwaardiging over klimaatopwarming schuilen zorgen en verdriet, maar met name dat verdriet blijft vaak op de achtergrond steken. Wanneer zulke onderbelichte gevoelens meer voor het voetlicht komen worden gesprekken over het klimaat veel zinniger. Hoe komen we daar?

Wat in elk geval niet helpt is deze gevoelens te pathologiseren. In plaats van klimaatemoties te beschouwen als een normale reactie op een abnormale situatie (zoals langdurige rouw om een overleden kind), worden ze soms weggezet als ‘pathologisch’ of ‘abnormaal’. Daarmee wordt klimaatverandering impliciet ook als relatief ‘normaal’ en onbedreigend gezien. Het wegzetten van verdriet dienen we te voorkomen.

“Wat vinden jouw of andermans (klein)kinderen over twintig jaar het meest schokkend aan je huidige gedrag en levenshouding?”

Stel jezelf indringende vragen

Naast het accepteren van deze emoties bij anderen, kunnen we proberen onze eigen lastige klimaatgevoelens te erkennen. Klimaatpsychologen benadrukken dat jezelf alleen informeren over klimaatverandering doorgaans onvoldoende is om op een diep doorvoeld niveau te weten wat er aan de hand is.

Indringende vragen stellen en onze verbeelding gebruiken blijkt minstens zo belangrijk. Ga er eens goed voor zitten. Hoe ga je klimaatopwarming straks uitleggen aan je (klein)kinderen? Wat vinden zij over twintig jaar het meest schokkend aan jouw huidige gedrag en levenshouding? Hoe voelen zij zich daarbij? En hoe voel jij je over hun gevoelens? Wat kan je doen om hen te helpen omgaan met deze emoties?

Om abstracte klimaatopwarming tot ons te laten spreken kan het helpen er een concrete stem en gedaante aan te geven. Als klimaatverandering een plant, vogel of dier was, wat zou het dan zijn? En als het zou kunnen spreken, wat zou het dan zeggen en voelen? Wat voel je zelf bij dit beeld?

Waarachtige antwoorden

Bij dit soort vragen gaat het er niet om of de antwoorden ‘waar’ zijn, maar of ze waarachtig zijn en welk gemoed ze oproepen. Wie oprecht tegen zichzelf is beantwoordt iedere vraag goed.

Bovenstaande vragen beantwoorden is heel andere koek dan het eenvoudigweg (on)eens zijn met wetenschappelijke inzichten over klimaatopwarming. Ze draaien direct om onze gevoelens. Een innerlijke dialoog kan daarom ons gevoelsleven, alsmede het maatschappelijke klimaatdebat, aanzienlijk verrijken.

Stephan Huijboom
Stephan Huijboom

Stephan Huijboom (hij/hem) is filosoof en opiniemaker bij Apostolisch Genootschap. Hedendaagse muziek, films en boeken over maatschappelijke ontwikkelingen houden hem vooralsnog van de straat. Hij geniet van alledaags fietsen en woont met vriendin en twee katten in Hoorn. Levensmotto: “Hoe we samenleven kan anders.”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Op de hoogte blijven?

Abonneer je en je ontvangt een seintje bij elk nieuw artikel.


Loading