Stel je voor: een ronde wereld

1 oktober is Nationale Kringloopdag. Voor de natuur is het dat elke dag. Elke herfst herinneren vallende bladeren en uit de grond geschoten paddenstoelen je eraan dat er in de kringloop van de natuur geen afval voorkomt. Alles wat vergaat wordt weer nieuwe voeding.

Maar ondanks dat er vuilnisauto’s rijden met het opschrift ‘Afval bestaat niet’ produceert de mensenwereld nog altijd gigantische hoeveelheden spullen die maar één keer gebruikt kunnen worden en stoffen die lastig hernieuwbaar of afbreekbaar zijn. En er zijn weliswaar kringloopwinkels, maar ze nemen in ons consumptiepatroon slechts een marginale plaats in. Hoe krijgen we de kringloopgedachte meer aanwezig?

Het begint wellicht bij wat we ons voorstellen en wat we elkaar vertellen. De Westerse cultuurgeschiedenis kent ‘grote verhalen’ met een lineaire structuur. We gaan vaak uit van de opgaande lijn: het leven evolueert, de wetenschappelijke ontwikkeling schrijdt immer voort en een bloeiende economie is een groeiende economie. Door dit diep gewortelde geloof in vooruitgang kan iemand in oprecht vertrouwen verkondigen dat we bijvoorbeeld het probleem van radioactief afval aan toekomstige generaties kunnen overlaten: zij zullen zoveel knapper zijn dan wij!

Ik las ooit een ontroerende schets van de rondheid van de wereld door de Inheems-Amerikaanse Black Elk. Vrij vertaald schreef hij: ‘De hemel is rond en ik heb gehoord dat ook de aarde rond is. (…) De machtige wind waait in cirkels. De vogels maken ronde nesten want zij hebben dezelfde religie als wij. De zon komt op en gaat onder in een cirkel, net als de maan, en ze zijn beide rond. De seizoenen gaan rond en komen altijd weer terug. Het leven van de mens is een cirkel van de kindertijd tot de kindertijd.’

De Belgische filosoof Ulrich Libbrecht koppelde aan de filosofie van inheemse volkeren een dringende raad. Als we in evenwicht met de natuur willen leven moeten we proberen circulair in plaats van lineair te denken. Dat zal ons bewuster maken van onze verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de toekomst. Een nomadenvolk dat door een gebied trekt zal na verloop van tijd weer op dezelfde plek terugkeren. Als men daar niet-afbreekbare rommel heeft achtergelaten ligt die daar dan nog steeds.

We kunnen ermee beginnen in onze voorstellingswereld ruimte te scheppen voor andere ideeën dan die van de opgaande lijnen. Eenvoudig zal het niet zijn, want ook onze utopieën, sciencefiction en technologische fantasieën zijn meestal lineair. Sommige mensen dromen zelfs van een nieuwe samenleving op een andere planeet, voor een radicale nieuwe start. In het cyclische denken is dat onmogelijk.

Intussen moet ik zelf ook mijn voorstellingsvermogen wat oefenen. Stel je eens voor dat je niet alleen maar denkt over hoe je iets kan aanschaffen, maar ook over hoe je het straks teruggeeft aan de wereld. Stel je voor hoe het zou zijn als je al je gebruiksgoederen tweedehands zou kopen, zou huren, zou delen of wellicht niet zou kopen. Dan blijkt dat mijn voorstelling van de wereld veel praktische gevolgen heeft voor de manier waarop ik leef.

Hein van Dongen
Hein van Dongen

Hein van Dongen is filosoof en opiniemaker bij Apostolisch Genootschap.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Op de hoogte blijven?

Abonneer je en je ontvangt een seintje bij elk nieuw artikel.


Loading