De berichten over hongersnood in Gaza klinken steeds alarmerender. Save the Children spreekt van ‘de ergste ondervoeding ter wereld, vooral bij kinderen.’ Ondertussen rot het voedsel in vrachtwagens weg bij de door Israël gesloten grensovergang in Rafah.
In Nederland hebben acht politieke partijen tegen een motie gestemd om Israël op te roepen zich te houden aan resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad ten aanzien van het verbod op uithongering als oorlogsmiddel. Bij elkaar vertegenwoordigen deze partijen nu 100 van de 150 zetels in de Tweede Kamer. Die partijen hebben dus geen moreel bezwaar om mensen in Gaza uit te hongeren, bedacht ik. Toen de betekenis daarvan goed tot me doordrong, werd ik even heel stil. Ik voelde eerst verontwaardiging. Daarna teleurstelling en pijn.
Er zijn ongetwijfeld allerlei argumenten voor de tegenstem. Maar welk argument je ook aanvoert, het doet voor mij niet ter zake. Hier is sprake van een morele ondergrens. Mensen uithongeren doe je gewoon niet. Punt.
Zo’n moreel principe klinkt mooi, maar schieten we er iets mee op? Iemand die heeft gestemd op een van de acht politieke partijen kan een oproep aan Israël interpreteren als antisemitisme en daar een morele grens in zien. Een principiële discussie over wie het morele gelijk aan zijn kant heeft kan dan lang gaan duren.
Toch is het heel hard nodig dat we als burgers het gesprek voeren over morele grenzen. In zijn boek In onze tijd stelt Tim Fransen dat de dialoog over morele waarden essentieel is voor onze democratie. Als we de morele dimensie onbesproken laten, ontaardt democratie in het kortzichtig najagen van eigenbelang. Zo’n dialoog raakt onvermijdelijk aan morele grenzen.
Dan zijn emoties eveneens onvermijdelijk. Zoals ik zelf voelde, kan het overschrijden van morele grenzen sterke emotionele reacties oproepen. Je voelt je geraakt in je identiteit, je voelt je afgewezen. Mijn verontwaardiging veranderde in teleurstelling en pijn. ‘Dat kan toch niet’ ging over in ‘Ben ik nog wel thuis in dit land?’ Omgekeerd kan degene die stemde op een van de acht partijen zich door mijn reactie weggezet voelen.
Op het eerste gezicht lijkt de kans op emotionele reacties het gesprek alleen maar moeilijker te maken. Totdat we de emotie juist opzoeken en tot onze kracht maken. Dan spreken we niet over principes, maar over menselijkheid. Over wat het met je doet om geraakt te worden in voor jou wezenlijke overtuigingen. Over erkenning voor jouw pijn en die van mij. Het is ruimte maken om samen de wereld achter ieders normen en waarden te onderzoeken. Meevoelen in de schoonheid van staan voor iets wat je hart heeft. Ervaren dat morele grenzen hard kunnen zijn, maar ook kunnen bewegen. Denk maar eens aan Zwarte Piet die verkleurt. Of aan roken op de werkplek. Toen ik begon met werken was dat heel gewoon, nu moreel onacceptabel.
Er bestaan verschillende methoden om een emotioneel geladen gesprek te voeren, zoals socratisch vragen stellen of deep democracy. Zo’n gesprek is niet eenvoudig. Het vraagt moed om je gevoel over wezenlijke zaken bespreekbaar te maken, om je pantser af te leggen en je kwetsbaar op te stellen. Het doet ook geen wonderen, we zijn het niet gelijk roerend met elkaar eens. Maar spreken over emoties in plaats van principes kan wel de weg openen naar een volwaardige democratie en naar elkaar. En misschien ook naar de kinderen in Gaza.
Mijn eerst reactie was geschokt, als ik er echter over nadenk kom ik op het volgende;
Er zijn veel problemen in de wereld die onze onrust oproepen maar ik en jij kunnen daar niets aan veranderen.
Wat wij wel kunnen is onze medemens met liefde benaderen ook al hebben ze een stellige mening
hoe het probleem opgelost moet worden. (ook al staat die haaks op de onze)
Het probleem dan vanuit de menselijke kant benaderen kan wederzijds begrip oproepen.
Op deze manier kunnen wij wel invloed uitoefenen in de samenleving.
Een mooi artikel George, dank daarvoor.
Toen ik over de “omvolking”- uitspraak las en nog het beeld van een uitgemergeld kindje in de Gazastrook in me had, werd ik opstandig en verdrietig. Ik ben dat nog niet kwijt. We weten sinds Eichman waartoe de mensheid in staat is!
Met ons Barbershopkoortje The Brothers uit Zaandam zingen we wel in de vredesweek op 25 september Amazing Grace en Hymne to the Freedom op het Hemwegterrein in Zaandam.
Zonder partij te kiezen: Een land dat zich aangevallen voelt heeft het recht zich te verdedigen, maar heeft niet het recht om genocide te plegen. Uithongeren als oorlogswapen is internationaal niet toegestaan. Aan de andere kant: Israël onderdrukt Gaza al heel lang en eigent zich gebied toe dat niet van hen is. Ze trekken zich niets aan van uitspraken van de Verenigde Naties. Het op een auto binden van een gewonde Palestijn en het schoonvegen van een ziekenhuisterrein vol vluchtelingen met een bulldozer gaat alle grenzen te buiten. Nederland wordt vertegenwoordigd in het democratisch stelsel door een gekozen volksvertegenwoordiging. Daarnaast zal iedere Nederlander zijn of haar eigen morele waarden hebben. Israël is er niet op uit om Gaza een eigen staat te laten hebben die in vrede naast Israël kan functioneren. Onder het mom van het bestrijden van extremisten worden grote groepen onschuldige burgers geslachtofferd. Een Joodse waarde van de oude Hillel: ‘Heb God lief boven alles en je naaste als jezelf’ is hier nog steeds de oplossing.