De verkiezingsspeech kwam fors binnen. Ik hoorde ‘onze boreale wereld’. Dat is het favoriete codewoord voor raszuiverheid van oud Front National-leider Jean-Marie Le Pen (Marc Chavannes, De Correspondent). Ik hoorde spreken over universiteiten, journalisten, kunstenaars en bestuurders die ons ondermijnen. Dat doet denken aan hetzes die elders in de wereld gevoerd worden, in te veel landen. Ik hoorde woorden als doodscultuur en zelfhaat, het ging over veldslagen winnen. Ik heb grote moeite met deze uitspraken, ze passen niet bij mijn religieus-humanistische waarden.
Om weer tot mezelf te komen vroeg ik me af wat ik ook alweer tegen een vriend zei na de aanslagen in Nieuw-Zeeland: “Laat je niet gek maken, wees niet bang voor verschillen en kijk naar de mensen van het midden.”
Deze week staat in een Delftse krant een portret van Hans van der Burgh. Hans is de eerste doorkijker. Hij helpt jongeren die de weg in het leven kwijt dreigen te raken. Hoe? Door ze te leren een fiets te repareren. Dat doet hij al vijf jaar. Vanuit zichzelf gedreven.
Ik geloof in doorkijkers. Mensen die net een beetje verder kijken dan hun eigen wereldje. Zij vormen het Nederland van het midden. Een heel divers midden, een netwerk van groepen met soms dunne verbindingen ertussen. Met verschillen die niet allemaal overbrugbaar zijn, die soms flink schuren. Maar het gaat om die verbindingen. Doorkijkers zorgen voor die verbindingen.
En gelukkig zijn er meer Hansen. Een klant maakt in de supermarkt een praatje met de kassière. Een vader start een huiswerkklas voor de kinderen in de buurt. Een vrouw organiseert koffieochtenden voor nieuwkomers in de stad. Er zijn duizenden voorbeelden.
Hoe zou het zijn als we in de komende week overal in Nederland eens oefenen met doorkijken? Over je schroom heenstappen voor die onbekende. Gewoon de ander een vraag stellen: “Hoe is het met je? Wat houdt jou bezig?” Een stem geven aan de doorkijker in jezelf.
Wie oefent er mee?