‘Noem mij bij mijn naam’

Psycholoog en schrijver Myrthe van Gestel laat helder zien hoe discriminerend gedrag een discrepantie oproept met je zelfbeeld en voortkomt uit diep verweven onderdrukking in onze maatschappij.1 Maar dat hoeft niet zo te blijven, stelt zij. We kunnen kritisch naar onszelf kijken en ons afvragen of wij dat gedrag nog willen voortzetten. Ik stel voor deze handschoen op te pakken en concrete ervaringen te delen waarin we met onszelf geconfronteerd werden. Zo kunnen we van elkaar leren. Ik begin graag bij mijn eigen gedrag.

Een familielid sprak ooit in de trein een buitenlandse toerist. Die was op weg naar ‘Idj-moe-ieden’. Het duurde wel even voordat duidelijk was dat het om IJmuiden ging. Voor iemand die met de Nederlandse taal is opgegroeid is het volslagen duidelijk hoe je dat woord uitspreekt. Iemand uit het buitenland struikelt erover. Omgekeerd heb ik dat ook regelmatig met namen van Nederlanders met een bi-culturele achtergrond. Tot voor kort had ik daar een simpele oplossing voor: gewoon overheen lezen. Ik kwam meestal niet verder dan de eerste paar letters van zo’n naam.

Dat veranderde onlangs toen ik een interview las met Naeeda Aurangzeb over haar boek 365 dagen Nederlander.2 3 De oorzaak van die verandering was misschien de inhoud van het interview. Het raakte me diep te lezen wat het betekent dag in dag uit racistische en denigrerende opmerkingen te krijgen over je afkomst, je geloof, je uiterlijk en je persoon. Misschien was de simpele reden dat ik haar boek wilde kopen en dus moest weten wie de auteur is.

Hoe dan ook, ik merkte dat ik opeens nauwkeurig haar naam las en me afvroeg hoe je die eigenlijk uitspreekt. Met een schok drong het tot me door dat ik tot dan toe ‘moeilijke’ namen meestal negeerde. En ik besefte wat dat betekent. Over een naam heen lezen zegt iets over mijn gebrek aan betrokkenheid bij en erkenning voor die mens. Eens te meer als dat selectief gebeurt: niet bij namen die me vertrouwd zijn, wel bij landgenoten met een bi-culturele achtergrond. Want je naam is inherent verbonden met je persoonlijkheid en met wie je ten diepste bent. Neeltje Maria Min beschreef dat prachtig in haar beroemde gedicht:4

mijn moeder is mijn naam vergeten,
mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
hoe moet ik mij geborgen weten?

noem mij, bevestig mijn bestaan,
laat mijn naam zijn als een keten.
noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.

voor wie ik liefheb, wil ik heten.

Sinds deze ervaring is het anders. Als ik een naam zie, lees ik die een paar keer en probeer ik hem hardop uit te spreken. De mens achter die naam weet van niets. Net zo min als Naeeda weet dat ik haar dankbaar ben voor haar boek en voor haar naam. Dat maakt ook niet uit, het gaat om mijn houding. Die wordt een stukje inclusiever.

Dit artikel verscheen ook in Trouw

Noten

Noten
1 Myrthe van Gestel. ‘Maar ik bedoel het niet racistisch.’ Waarom we ons zo ongemakkelijk voelen in de woke-discussie, Trouw, 12 augustus 2021.
2 Robert Vuijsje. Politicus: ‘Loop je stage hier?’ Ik: ‘Nee, ik ben de presentator. Ik ga u zo interviewen.’, Volkskrant, 11 juni 2021.
3 Naeeda Aurangzeb (2021). 365 dagen Nederlander. Uitgeverij Pluim.
4 Neeltje Maria Min (1966). Voor wie ik liefheb, wil ik heten. Uitgeverij Prometheus.
George Gelauff
George Gelauff

George Gelauff is opiniemaker bij het Apostolisch Genootschap. Hij studeerde econometrie, promoveerde in de economie en is het grootste deel van zijn loopbaan werkzaam geweest bij de Rijksoverheid op het grensvlak van kennis en beleid. Hij is als vrijwilliger ook actief in Delft als mede-initiator van Platform Delftse Bruggen dat werkt aan sociale cohesie.

4 reacties

  1. Mijn moeder krijgt thuiszorg. De vele medewerkers hebben ook vaak voor ons moeilijke namen. Ik probeer ze toch allemaal te onthouden en te benoemen. Elk mens wil zich gekend en gezien voelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Op de hoogte blijven?

Abonneer je en je ontvangt een seintje bij elk nieuw artikel.


Loading